(Bron: Visioniar 54, december 2019)
Karpers hebben een hoge aaibaarheidsfactor. In werkelijkheid zijn het echter schuwe vissen. Toch zijn zijn ook nieuwsgierig en komen vaak even een duiker van dichtbij bekijken, vervolgens zwemmen ze weg en blijven dan op grote afstand de vreemde bezoeker observeren.
Tijdens de paaiperiode in mei-juni raken ze hun natuurlijke schuwheid
tijdelijk kwijt en kun je ze goed bekijken en bijna aanraken. Het lijkt
er dan op dat ze alleen oog voor elkaar hebben. Ze zwemmen dan vaak ondiep in groepjes rond. Tijdens het moment suprême, de paai,
is het een drukte van jewelste met draaien, versnellen en slaan met
staarten. Meerdere mannetjes verdringen zich rondom het vrouwtje.
Het zand, samen met het fijne bodemsediment,
werpt een ondoorzichtig
gordijn op. Je ziet letterlijk geen hand voor ogen meer.
Boven water is het gespetter ook goed te volgen. Karper paait in
enkele dagen af waarna de rust én het schuwe, weer terugkeert.
Nieuwsgierige spiegelkarper.
Welke kant zwemmen ze nu op?
Liefde op het eerste gezicht.
Schoolvorming.
Boomtakken bieden beschutting.
Karpers paaien graag in de buurt van riet.